Hyperbolische afwaardering

“Geef mij maar een laatstejaars die ik kan aannemen”

Pixelkunst afbeelding van twee jonge mannen, één in een pak en de ander met een rugzak, die snel een kamer binnenlopen, met een klok en een computerscherm op de muur.Maarten Brand – stage-expert, spreker en auteur over praktijkleren en de toekomst va

“Doe mij maar een laatstejaars, die hoef ik tenminste niks meer te leren.”

Samengevat: Hyperbolische afwaardering is wat er gebeurt als je brein zich gedraagt als een peuter in de snoepwinkel.
Je weet best dat wachten beter is, maar er ligt iets lekkers voor je neus.
Dus hap je.

Het is hetzelfde mechanisme dat ervoor zorgt dat we ons pensioen te laat regelen, de sportschool negeren en tóch weer op de vrijdagmiddagborrel belanden terwijl de begroting nog openstaat.
Korte termijn: leuk. Lange termijn: probleem.

Bij bedrijven heet dat dan “we hebben nu even geen tijd voor stagiairs”. Of de klassieker: “Doe mij maar een laatstejaars, die kan meteen aan de slag.”
Dat klinkt professioneel, maar is eigenlijk: ik heb geen zin in gedoe en ik wil een mammoet, nu.

Neem directeur Mark.
Mark krijgt twee opties:

  • Een tweedejaars die begeleiding vraagt, maar loyaal wordt en over drie jaar je beste medewerker is.

  • Of een laatstejaars die direct kan beginnen, maar na zes maanden de deur uitrent met jouw klanten en de koffiemachine.

Mark kiest natuurlijk de tweede.
Want Mark heeft het druk.
En Mark houdt van direct resultaat.
Hij zegt dingen als “we moeten lean werken” terwijl hij ondertussen 27 tabbladen open heeft.

Zes maanden later klaagt Mark dat “het moeilijk is om goede mensen te vinden”.
Tuurlijk, Mark. Omdat je ze niet wilde opleiden.

De prijs van NU

Bedrijven die alleen denken aan vandaag lijken op mensen die Netflix kijken met een laptop op schoot en klagen dat ze geen tijd hebben om te lezen.
Je wint even tijd, maar verliest alles wat je slimmer maakt:
frisse ideeën, loyaliteit, samenwerking met scholen, een beetje toekomst.
Vandaag voel je efficiënt. Morgen voel je leeg.

Waarom we het doen

Laten we even eerlijk zijn. Eigenlijk zijn we nog steeds holbewoners maar dan met betere wifi.
Ons brein is gebouwd om direct eten te pakken, niet om opleidingsbudgetten te plannen.
Toen was “nu jagen” een prima strategie.
Nu heet dat “geen tijd voor stagiairs, te druk met recruitment”.

We snappen het verschil tussen korte en lange termijn, maar voelen het niet.
‘Later’ is abstract. ‘Nu’ heeft koffie, e-mails, Slack en je baas die met zn ogen rolt.
Dus wint ‘nu’.

Hoe je het brein te slim af bent

  1. Maak de toekomst tastbaar.
    Reken uit wat een mislukte werving kost en zet ernaast wat één goede stagiair oplevert. Spoiler: het is gênant wat het oplevert.

  2. Verspreid de pijn.
    Laat begeleiding niet aan één heilige mentor over.
    Maak het een teamproject. Samen klagen klaagt lichter.

  3. Zie stagiairs als kweekvijver, niet als obstakel.
    Ze zijn geen extra werk, ze zijn het werk.
    En het levert rendement op dat niet in Excel past.

Het echte risico

Dat is niet de stagiair. Dat ben jij. Want terwijl jij zegt “nu even niet”, tekent je concurrent het stagecontract.
En die tweedejaars die jij “te druk” vond, zit daar straks aan tafel met jouw klanten.

Gefeliciteerd.
Je hebt tijd gewonnen en talent verloren.

Gouden tips

  • Tel niet de uren begeleiding, tel de mensen die bleven.

  • Deel de last, vier de winst.

  • En vraag jezelf bij elke afwijzing af: Is dit echt te druk, of gewoon te lui?

  • Wees geen Mark

Deze bias hoort bij mijn serie ‘Denkfouten bij stages’ voor iedereen die denkt dat verstand en verstandigheid hetzelfde zijn. Lees ook:
👉 Hard–Easy Effect: waarom we struikelen over simpele dingen maar bergen willen beklimmen.
👉 Anchoring Bias : hoe één glimlach een hele beoordeling kan verpesten.
👉 Functional Fixedness: waarom we onze beste ideeën in een doos met spijkers stoppen.

Terug