Drie lijnen

Drie lijnen, één stagiair

(of: waarom goede stages niet vanzelf ontstaan)

Elke stage begint hetzelfde.

Iemand roept enthousiast: “We hebben wéér een stagiair!”

Daarna volgt het klassieke ritueel: een leeg bureau zoeken, een begeleider aanwijzen (“jij had vorig jaar ook eentje, toch?”) en hopen dat de printer het deze keer wél doet.

En zo begint de stagiair.

Half gepland, half op goed geluk.

Tot iemand zich na twee weken afvraagt: wie is hier eigenlijk verantwoordelijk?

Precies op dat moment komt een model uit de wereld van bestuurders verrassend goed van pas: het Three Lines Model.

Het Three Lines Model is ooit bedacht door een club die klinkt als een geheime orde voor controlefreaks: het Institute of Internal Auditors. In werkelijkheid wilden ze gewoon duidelijk maken wie waarvoor verantwoordelijk is. Het model verdeelt elke organisatie in drie lagen: de mensen die het werk doen (de eerste lijn), de mensen die beleid maken en opletten of het goed gaat (de tweede lijn), en de mensen die daar weer onafhankelijk naar kijken (de derde lijn). Samen zorgen ze dat er niet alleen gewerkt wórdt, maar ook nagedacht over hóé er gewerkt wordt. In bestuurstaal heet dat governance, in normaal Nederlands: afspraken over wie wat in de gaten houdt zodat het niet uit de hand loopt.
De drie lijnen heetten tot 2020 ‘lines of defense’. Dat gaat alleen wel heel erg over controle en mensen die over de randen van een modderige loopgraaf loeren naar de ander. Niet goed voor de samenwerking. De nieuwe versie draait om waarde creëren, samenwerking en vertrouwen.

Het idee: een gezonde organisatie werkt in drie samenhangende lagen.

Eerste lijn: de mensen die het doen

De eerste lijn is de plek waar het werk echt gebeurt.
De stagiair draait mee, leert, kijkt, vraagt, en soms , heel soms, begrijpt zij wat er staat in de beleidsmap die hij onderin z’n la vond.

De eerste lijn is de werkvloer: de begeleider, de collega’s, de stagiair zelf. De mensen die het echte werk doen zeg maar.
Zij nemen risico’s, lossen fouten op, en maken de stage tot wat het is.
Niet perfect, maar echt.

Wie hier rondloopt, weet dat “even meekijken” meestal drie weken koffie halen en handjes op de rug betekent, en dat “vrijheid krijgen” soms neerkomt op “zoek het maar even uit”, verpakt in een zoetgevooisde ‘mijn deur staat altijd open’ dooddoener.

Maar dit is wél waar het leren ontstaat.

De eerste lijn is geen zwak punt in de organisatie, het is de basis van wat er dagelijks gebeurd.

Tweede lijn: de beschermlaag van beleid

De tweede lijn probeert orde te scheppen in die dagelijkse chaos..

Hier wonen HR, stagecoördinatie, kwaliteitsmedewerkers.
Ze maken handleidingen, checklists, beleid en zorgen ervoor dat er überhaupt een leerdoel in het stageplan staat, zodat de stagiair niet drie maanden verdwijnt in de archiefkamer.

Maar eerlijk is eerlijk: de tweede lijn heeft een zwak voor Excel.

En voor woorden als “borging”, “synergie” en “kwaliteitsmonitor”.
Soms vergeten ze door hun beleidsbubbel dat de stagiair zelf geen Excel-bestand is, maar een mens.
Kun je stom vinden; toch is deze laag cruciaal.Zonder structuur verandert een stage in een slechte aflevering van de Lama’s; het is een grote improvisatieshow.

De tweede lijn maakt het mogelijk dat de eerste kan leren zonder te verzuipen.

Derde lijn :de spiegel

En dan is er de derde lijn.

De plek van reflectie, van onafhankelijk kijken, van het lastige gesprek.

Oorspronkelijk is dit het domein van auditors en toezichthouders, maar in de wereld van stages ziet dat er iets anders uit.

De derde lijn stelt vragen als:

Wat hebben we écht geleerd van deze stagiair?”

“Waarom doen we het op deze manier?”

“En zou het kunnen dat onze stage niet tekortschiet, maar gewoon niet klopt met wie we willen zijn als organisatie?”

De derde lijn kijkt niet met vinkjes, maar met nieuwsgierigheid.

Niet om fouten te vinden, maar om patronen te herkennen.

En precies daar kom ik zelf in beeld.

De stage-expert als derde lijn (met koffie)

Ik loop niet rond met een auditrapport, maar met een notitieboek. Ik observeer, stel vragen, en probeer het systeem te begrijpen dat onder al die goede bedoelingen schuilgaat.

In het Three Lines Model ben ik een derde lijn, maar dan met koffie.
Niet om te controleren, maar om te laten zien waar het schuurt.

Waar beleid te log wordt, waar begeleiding te vluchtig is, en waar studenten meer leren van de koffiepauze dan van de weekvergadering.

Mijn werk begint waar de protocollen ophouden. Bij de vraag of de stage nog iets toevoegt aan mens én organisatie.

Of het systeem nog klopt met de bedoeling.

Van verdediging naar verbinding

Het mooie van de moderne versie van het Three Lines Model is dat het niet meer over verdediging gaat, maar over verbinding.

De drie lijnen horen niet in aparte loopgraven te liggen, maar samen te werken aan één doel: leren mogelijk maken.

De eerste lijn doet het werk.

De tweede lijn ondersteunt het werk.

De derde lijn verduidelijkt waarom het werk ertoe doet.

En samen vormen ze het fundament van elke sterke stage.

Dus: Goede stages ontstaan niet vanzelf.

Ze zijn het resultaat van drie lagen die elkaar vertrouwen.

En af en toe iemand die de spiegel vasthoudt. 🪞

Bron: Internal Auditors institute URL: https://www.theiia.org/globalassets/documents/resources/the-iias-three-lines-model-an-update-of-the-three-lines-of-defense-july-2020/three-lines-model-updated-dutch.pdf

Vorige
Vorige

Waarde van stages💶

Volgende
Volgende

Detective