Haakjes
Hoe je stagiairs helpt herinneren
Vraag een student eens: “Wat heb je tot nu toe geleerd?”
En je ziet het gebeuren: een zandloper verschijnt boven zijn hoofd. Zo’n oranje Windows 95-eierwekker die eeuwig blijft draaien. Er komt niks.
Niet omdat die stagiair een wandelende leegte is. Maar omdat ons brein geen Google is. Je kunt er niet “Ctrl+F geleerd” intikken en verwachten dat er een nette lijst verschijnt. Er ontbreekt gewoon een haakje.
Het principe van het haakje
Psychologen Endel Tulving en Donald Thomson ontdekten in 1973 al dat herinneren minder op een archiefkast lijkt, en meer op een kelder waar alles op een hoop ligt: halflege verhuisdozen, een fietsband en ergens onderin dat rapport dat je ooit zo nodig moest onthouden. Lichtvochtig, beetje frommelig.
Hun Encoding Specificity Principle zegt eigenlijk: je vindt iets alleen terug als je dezelfde sleutel gebruikt die je ook bij het opslaan gebruikte. Had je het woord “zee” gehoord bij het leren, en krijg je later weer “zee” als hint, dan floept de herinnering omhoog. Zonder dat woord? Vergeet het maar. Dan kun je net zo goed de kelder in met een aansteker die niet werkt.
Wetenschap + brein
Moderne hersenscans bevestigen dit beeld. Retrieval cues zetten je hippocampus aan het werk, dat is zoiets als die vriendelijke archiefmedewerker in je brein die zegt: “Moment, ik pak het er even bij.” Tegelijk blijft je amygdala; de stressradar die waakt voor gevaar, kalm.
En dat is belangrijk. Want stel je een stagiair voor die de vraag krijgt: “Wat heb je allemaal geleerd?” Dan gaat die amygdala niet alleen bliepen. Nee, de Patriot-raketten schieten al de lucht in voor je er erg in hebt, er klinkt een luchtalarm en alsof het niets is worden signalen afgeknalt alsof het Russische drones zijn. Alles in de hersenen staat op DEFCON-1. Resultaat: geen reflectie, alleen standje overleven en je hersenen die tevreden denken ‘pfioew, liep dat even goed af’.
Stel je daarentegen een concrete cue: “Wat dacht je toen je even stilviel aan de telefoon?” Dan vlieg je onder de radar. Geen drones, geen raketten. Hooguit een meeuw die een chipje jat. En precies dan komt de herinnering rustig bovendrijven.
Wat betekent dit voor stagiairs?
Veel begeleiders stellen dus de verkeerde vraag. “Wat heb je geleerd?” is alsof je iemand op Schiphol neerzet met de boodschap: “Je koffer staat ergens in Europa. Succes!”
Beter: bied een haakje.
“Je keek net lang naar die tabel , wat vond je lastig?”
“Tijdens het overleg keek je even naar de klok, waar dacht je aan?”
“Bij dat telefoongesprek viel je stil; wat gebeurde er in je hoofd?”
Plots gaat het licht aan. De stagiair zegt: “Oh ja! Dat telefoongesprek vond ik spannend omdat ik niet wist of ik ‘u’ of ‘je’ moest zeggen.”
Waarom dit werkt
Je geeft toegang tot het juiste geheugenpa (je zoekt gericht in de rommelige kelder)
Je vliegt onder de stressradar (geen Defcon-1, wel herinnering).
Het gesprek wordt concreet en inhoudelijk.
Studenten voelen minder druk en meer grip.
Reflectie ontstaat vanzelf: het haakje trekt de herinnering omhoog.
Ironie
Het grappige is: begeleiders willen vaak dat studenten zelfreflectief worden, maar vergeten dat bij zichzelf. Ze stellen een container-vraag, krijgen een gezicht op standje screensaver terug, en concluderen: “Zie je wel, deze generatie kan niks.” Terwijl het gewoon een ontwerpfout in de vraag is.
Geen haakje = geen antwoord.
Conclusie
Wat je moet begrijpen als begeleider is dat het brein niet werkt met nette lades, maar met netwerken. Zonder haakje is het zoeken in een pikdonkere kelder vol verhuisdozen zonder labels.
Met een retrieval cue gaat het licht aan, rommelt het geheugen in de juiste dozen en roept de stagiair opgelucht: “Oh ja, nu weet ik het weer!”
Handig: Do’s & Don’ts voor retrieval cues
Do’s
Verwijs naar een concreet moment: een fout, een stilte, een tabel.
Gebruik je eigen observaties: “Ik zag dat je…”
Houd het klein: één detail tegelijk.
Don’ts
Geen container-vragen: “Wat heb je geleerd?”
Geen psychologen-taal: “Wat zegt dit over jou als persoon?”
Geen druk: “Je moét hier toch wel íets van geleerd hebben?”🚀
Bron: Tulving, E., & Thomson, D. M. (1973). Encoding specificity and retrieval processes in episodic memory. Psychological Review, 80(5), 352–373. https://doi.org/10.1037/h0020071