Beslissings
moeheid
Maak geen keuzes als je moe bent
Beslissingsmoeheid: Maak geen keuzes als je moe bent
Beslissingsmoeheid is een sluipmoordenaar.
Niet van je humeur, maar van je beoordelingsvermogen.
’s Ochtends begin je fris: koffie, volle focus, klaar om die ene toptalent-stagiair te spotten tussen alle cv’s.
Tegen lunchtijd ben je al wat milder.
En aan het eind van de middag? Dan lijkt elke kandidaat ‘ook wel prima’.
Eindresultaat? Gefeliciteerd: je hebt net iemand aangenomen die je in de ochtend waarschijnlijk had afgewezen.
Wat het doet bij bedrijven
Beslissingsmoeheid is als slechte wifi: het werkt steeds trager naarmate de dag vordert.
Na uren werven, screenen of begeleiden is je brein simpelweg op.
De drang om iets af te vinken wint het van de wens om iets goed te doen.
Het gevolg? Halfbakken keuzes, stagiairs die niet goed passen, of begeleiding die te oppervlakkig wordt.
De schade is groter dan je denkt: een stagiair die afhaakt, een team dat gefrustreerd raakt, en een imago dat langzaam afbrokkelt.
En geloof me: studenten merken het direct als ze er “even bij worden gedaan”.
Dat vertellen ze door.
En dat is precies hoe je van leerbedrijf verandert in een wachtkamer. 
Wat het doet bij stagiairs
Stagiairs hebben er net zo goed last van.
Na een week vol sollicitatiegesprekken kiezen ze niet meer bewust, maar willekeurig.
Niet omdat ze enthousiast zijn, maar omdat ze gewoon klaar zijn met kiezen.
Ook tijdens hun stage slaat vermoeidheid toe.
Na weken begeleiding, feedback en opdrachten komen ze op het punt waarop ze denken: laat maar, prima zo.
Dat is het moment waarop leren verandert in overleven.
En bij begeleiders? Daar sluipt het net zo makkelijk binnen.
De eerste weken vol aandacht, daarna “regel het zelf even, oké?”
Totdat er iets misgaat dat je een uur eerder nog had kunnen voorkomen.
Wat het doet met het grotere plaatje
Beslissingsmoeheid werkt systemisch.
Bedrijven die jarenlang stagiairs begeleiden zonder structuur, raken langzaam afgestompt.
Het vuur gaat eruit, de aandacht verdwijnt.
En voor je het weet, heb je een reputatie: “leuk bedrijf, maar begeleiding... mwah.”
Daarmee verlies je precies datgene waar stages voor bedoeld zijn — leren, groeien, binden.
Want stagiairs zijn niet de tijdelijke hulp, maar de toekomstige collega’s.
En als ze bij jou leren dat begeleiding optioneel is, nemen ze dat mee naar hun volgende werkplek.
Waarom het gebeurt
Het is pure biologie.
Je hersenen hebben maar een beperkte hoeveelheid besluit-energie per dag.
Na tien sollicitatiegesprekken, vijf beoordelingen en drie “kun je even meedenken”-vragen is die batterij leeg.
Dan lijkt alles ineens een goed idee, zolang het maar snel klaar is.
Voor stagiairs geldt hetzelfde: te veel keuzestress en het brein zegt gewoon “pak maar iets.”
Hoe je het voorkomt
- Beperk keuzes. 
 Kijk naar Obama, die elke dag een grijs of blauw pak droeg. Minder keuzestress, meer ruimte in je hoofd.
 Stel als bedrijf een helder stageprofiel op, een duidelijk onboardingproces en vaste beoordelingsmomenten.
 En als student? Maak vooraf een shortlist van bedrijven die écht bij je passen.
- Plan belangrijke beslissingen vroeg. 
 Begeleid stagiairs bij moeilijke gesprekken in de ochtend, als je brein nog vers is.
 Plan ook sollicitatiegesprekken vroeg, niet tussen twee Teams-calls in.
- Bouw rust in. 
 Goede begeleiding vraagt concentratie.
 Plan niet alles vol. Laat ruimte voor reflectie en voor wat ik graag noem: uit het raam staren voor gevorderden.
 Lui? Nee, essentieel.
Beslissingsmoeheid is de stille killer van stagekwaliteit.
Ze maakt bedrijven minder kritisch, studenten minder kieskeurig, en begeleiding minder scherp.
De oplossing is niet méér energie, maar slimmer omgaan met de energie die je hebt.
Want uiteindelijk wil je geen stagiair die “ja” zei omdat ze te moe was om verder te zoeken.
🧠 Je brein fopt je dagelijks; wil je leren terugfoppen? Boek mijn lezing Breinpaadjes en ontdek hoe denkfouten en vermoeidheid onze keuzes beïnvloeden.
🧩 Deze pagina hoort bij de Biases bij Stage-bibliotheek van Maarten Brand; over denkfouten, stagebegeleiding en praktijkleren.

