Anomalie
De boswachter die alles wist over stagiairs
Vorige week kwam ik een verhaal tegen over Viktor Schauberger. Nooit van gehoord? Niet erg. Ik ook niet. Maar nu wel, en nu jij ook. En dit wil je.
Viktor Schauberger begon als boswachter, maar noem hem dat niet te hard; hij was in werkelijkheid veel meer: (zelfverklaard) natuurkundige, uitvinder, hydrologisch genie en energiefilosoof die met één been op een grazige Alpenweide zijn innerlijke Heidi stond te channelen en met het andere in een toekomst die niemand wilde begrijpen. Hij zag begin vorige eeuw al wat wetenschappers nu pas durven toegeven: water stroomt niet netjes rechtdoor, maar kronkelt, draait, wervelt en daarin zit de energie van de natuur.
Terwijl de wereld toentertijd vooral bouwde op explosie (BOEM! kracht! stoom!), pleitte hij voor implosie: samentrekking, koelte, focus. Hij bouwde houtkanalen die logica tartten, ontwierp vortex-machines die antizwaartekracht leken te gebruiken, en kreeg van de Nazi’s én later van Amerikaanse investeerders vooral wantrouwen cadeau. Schauberger was de Tesla van het water. Visionair, miskend en eigenlijk vijftig jaar te vroeg.
Zijn visie? Werk met de natuur, niet ertegenin.
Zijn status? Gek verklaard.
Zijn gelijk? Achteraf.
Het probleem met rechtlijnigheid
Schauberger was een rare. Terwijl alle ingenieurs bezig waren rivieren recht te trekken want recht is efficiënt, recht is vooruitgang, stond hij te mopperen dat ze de boel kapot maakten. Rivieren horen te kronkelen, zei hij. Water wil meanderen. Als je dat weghaalt, krijg je erosie, overstromingen en een hoop dode vis.
Precies hetzelfde doen wij met stagiairs.
We hebben prachtige, rechte leerpaden. Mooi zichtbare lineaire routes van A naar B. Vijf competenties, drie evaluatiemomenten, één stageverslag, twee keer de begeleider op de koffie. Klaar.
Alsof leren een autosnelweg is waar je in Den Haag oprijdt en er drie maanden later in Groningen weer afkomt, met een diploma als vignette en misschien 1 keer tanken met gevulde koeken ergens in de buurt van Elspeet.
Maar mensen leren niet rechtlijnig. Ze leren zoals water stroomt: kronkelend, met terugstroom, soms vastlopend in een modderige poel waar ze een tijdje blijven hangen voordat ze weer verder gaan. Net zoals de Hadza-jagers in Tanzania die evolutionair geleerd hebben dat een rechte lijn van A naar B juist een slechte overlevingsstrategie is. Die zigzaggen door onbekend terrein, soms lange afstanden, soms korte sprongetjes. Schijnbaar willekeurig, maar het is een overlevingspatroon.
En dat is geen bug in ons leersysteem.
Dat is een feature.
Als je ooit een stagiair hebt gehad die opbloeit na een goed gesprek bij het koffiezetapparaat in plaats van na een PowerPoint vol KPI’s, dan weet je precies wat hij bedoelde. Leren gebeurt niet onder druk, maar in ruimte. Niet door harder te duwen, maar door beter te luisteren.
De kunst van het kijken
Schauberger deed iets wat wij vergeten zijn: hij keek. Echt kijken. Uren naar één forel die daar hing in de stroom, alsof hij aan een onzichtbaar touwtje vastzat. Hoe deed die vis dat? Geen motor, geen propeller, gewoon... daar zijn.
Wanneer heb je voor het laatst uren naar een stagiair gekeken? Niet op een creepy manier natuurlijk, maar beoordeeld, niet geëvalueerd, gewoon gekeken.
Waar blijft ze hangen? Wanneer licht ze op? Wat is haar onzichtbare touwtje?
Veel begeleiders kijken niet, ze scannen. Alsof stagiairs QR-codes zijn, snel even checken of alles nog op schema ligt, volgens ‘de app’. Maar leren zit niet in de planning. Leren zit in de momenten daartussen. Bij dat koffieapparaat. In de pauze. Als iemand eindelijk durft te vragen wat iedereen al weken denkt.
De toekomst is gevaarlijk
De Amerikaanse filosoof Alfred North Whitehead zei ooit: "Het is de taak van de toekomst om gevaarlijk te zijn." Interessante gedachte. Dat deed hij in dit boek (p 259, voor de liefhebber)
De toekomst als iets waar je op af moet stormen, niet iets waar je voorzichtig naartoe sluipt met je stappenplan.
Dat geldt ook voor stagiairs. Hun toekomst is gevaarlijk. Onvoorspelbaar. Vol met situaties die niet in het leerpad staan. Wat doe je dan? Leer je ze gevaar vermijden, of leer je ze ermee omgaan?
Wij kiezen meestal voor het eerste. Veilige opdrachten, duidelijke instructies, geen risico's. Maar daarmee bereiden we ze voor op een wereld die niet bestaat. Een wereld waarin alles volgens plan verloopt en waarin problemen opgelost worden met procedures.
Implosie versus explosie
Hier wordt het interessant. Schauberger had een theorie over energie. Terwijl de hele industriële wereld draaide om explosie; meer kracht, meer hitte, meer druk, geloofde hij in implosie. De kracht die ontstaat als dingen zich samentrekken, concentreren, naar binnen keren.
Denk aan een tornado. Dat is geen explosie. Dat is implosie. Alle energie draait naar binnen toe, waardoor er in het midden een enorme kracht ontstaat.
Stagebegeleiding is meestal explosief. Deadlines, targets, competenties die afgevinkt moeten worden. Maar de echte magie gebeurt in de implosie. Als een stagiair zich terugtrekt, nadenkt, dingen laat bezinken. Als ze eindelijk die ene vraag stelt waar ze al weken mee rondloopt.
Een goed leerklimaat is geen snelkookpan. Het is een vortex; zo’n krinkelding van water. Een ruimte waar energie zich kan opbouwen zonder dat je het ziet gebeuren.
Het anomaliepunt
Schauberger ontdekte dat water bij 4 graden Celsius zijn grootste dichtheid heeft. Da’s raar; een ‘anomalie’. Bij die temperatuur gebeuren de gekste dingen. Water dat eigenlijk moet bevriezen, gaat ineens heel andere kunstjes uithalen.
Bij stagiairs is dat hetzelfde. Hun doorbraakmomenten komen nooit op de geplande momenten; op het ‘nul graden’ punt dat je verwacht: Niet tijdens de tussentijdse evaluatie of het eindgesprek. Het gebeurt in de anomalie. Als ze ineens begrijpen waarom dat Excel-bestand nou altijd crasht. Of als ze doorhebben dat die moeilijke cliënt eigenlijk gewoon bang is.
Die momenten kun je niet plannen. Je kunt ze alleen herkennen.
De gek die gelijk had
Schauberger werd weggelachen. Natuurlijk. Een boswachter die dacht alles beter te weten dan ingenieurs. Maar dertig jaar later gaven hydrologen hem gelijk. Rivieren rechttrekken maakt ze inderdaad ziek.
Misschien moeten we dat onthouden als we weer een stagiair tegenkomen die niet in het hokje past. Die vragen stelt die niet in het curriculum staan. Die dingen doet die niet in de planning passen.
Die dingen zegt die ons niet bevallen.
Want zoals Whitehead al zei: de toekomst is gevaarlijk. Maar dat is juist waarom je erop af moet stormen, niet waarom je ervoor weg moet lopen. Schauberger durfde dat en werd uitgelachen.
Jij begeleidt stagiairs.
Your move.