Taxonomie
De vier stammen van de thuiswerkende stagiair
Wat remote werk ons laat zien over wie we werkelijk zijn.
Een verslag van een zaterdagavond in een Haarlems proeflokaal met darwinistische inzichten voor de hybride kantoormens. *
Het inzicht komt ergens tijdens de tweede alcoholvrije radler. Stephan en ik zitten in proeflokaal ‘De Uiver’ in Haarlem. Het bruine interieur is een vreemde plek voor niet-drinkende types zoals ik die uit noodzaak 0.0 en radlers wegklokken bij gebrek aan beter (en ondanks mijn voortdurende ergernis aan die scherpe citroensmaak en al die caloriën.) Eigenlijk is Radler alleen nuttig voor wielrenners die op zondag hompen appeltaart wegschrokken op een Limburgs terras en er nog steeds uitzien alsof ze door een rietje zijn opgezogen.
Maar dat terzijde.
We klagen gezellig over de staat van de moderne stagiair, hoe lastig het is om ze te motiveren; ze te kneden tot de beroepsprofessional die wij willen dat ze zijn, op de condities die wij hen voorschrijven. Ik vanuit mijn professie als stage-expert, Stephan als manager van een man of 80 en een stuk of wat stagiairs. Prima-niets-aan-de-hand tot Stephan plotseling zijn glas neerzet en verklaart: "Het probleem is dat we denken dat mensen veranderbaar zijn. Maar ze zijn helemaal niet veranderbaar. Ze zijn gewoon eindelijk zichtbaar geworden."
Wat-een-inzicht. En zo begint een avond die uitloopt op een taxonomie van de remote stagiair die Darwin zelf niet beter had kunnen bedenken.
Evolutiebiologie in een bierlokaal zonder bier
"Kijk," zegt Stephan, terwijl hij met zijn pen cirkels tekent op een bierviltje (de ironie ontgaat ons beiden niet), "het kantoor was een biotoop. Een kunstmatige omgeving die bepaald gedrag afdwong. Net als een dierentuin. Iedereen leek op elkaar omdat de kooi hetzelfde was."
Ik knik, mijn heldere geest scherp ondanks de vage misselijkheid van die zoete citrustroep. "Dus remote werk is eigenlijk... rewilding van het personeel?"
"Precies! En wat zien we dan? Dat er vier duidelijke fenotypes naar voren komen. Vier stammen, elk met hun eigen overlevingsstrategie op de digitale savanne."
Stam 1: De Carrièreklimmers
"Zij," zegt Stephan, wijzend naar een tafeltje met vier Bodywarmers verderop, drie Choufe, bakje graainootjes en iets dat op Spa-rood lijkt, "zijn geëvolueerd om status te signaleren. Maar ze hebben geen natuurlijke vijanden meer. Geen kopieermachine waar je toevallig iemand tegenkomt. Geen koffieautomaat als sociale buffer."
Ik denk aan een bekende, 22 jaar, die elke ochtend om 7:30 online komt en tot 's avonds laat door blijft tikken. "Ze hebben LinkedIn omgetoverd tot een vervanger voor de kantine-politiek. Maar het probleem is...", ik onderbreek hem vanwege toiletbezoek…
"...dat ze niet weten wanneer ze klaar zijn," vult Stephan aan als ik terugkom. "In een kantoor ga je naar huis omdat de poort dichtgaat. Thuis... thuis zijn ze als hamsters in een rad dat ze zelf bouwen. En het wordt steeds groter."
We bestellen nog een rondje 0.0. Het personeel kijkt ons zakelijk aan, handel is handel. Toch meen ik een blik te zien alsof we aliens zijn die per ongeluk in Area 51 zijn beland.
Stam 2: De Drijvers
"Nu de drifters," zeg ik (bedenk de term ter plekke), "dat zijn mijn lievelingsexemplaren. Intellectueel briljant, maar volslagen onbekwaam in het creëren van structuur uit het niets."
Stephan grijnst. Beetje type zoals jij dus; "Het kantoor hun exoskelet. Zonder dat zijn ze eigenlijk naakte krabben. Ze hebben social media uitgevonden als vervanger voor koffiepauzegesprekken."
Hij heeft gelijk met die persoonlijke noot.
"Maar let op," hef ik waarschuwend mijn vinger, "dit zijn vaak de meest creatieve types. Ze werken in golven. Een week lang niets, dan plotseling om twee uur 's nachts het beste idee van het jaar." Waarvan akte
"Chaotic good," knikt Stephan. "De kantoorautoriteiten begrepen ze nooit. Nu begrijpt niemand ze." Dat laatste laat ik voor zijn rekening.
Stam 3: De Soloisten
"En dan hebben we de eennlingen, die noem ik Soloists," zegt Stephan, zijn enthousiasme aanstekelijk ondanks de absurde setting met 0.0 bier en volgekrabbelde bierviltjes (Leffe), "Zij lijken de grote winnaars van remote werk. Eindelijk kunnen ze focussen zonder gestoord te worden door Joris van HR die langskwam om te vragen hoe het weekend was."
"Maar," neem ik een voorzichtige slok van mijn overmatig suikerige kunstbier, "ze zijn eigenlijk de grootste risico's. Ze kunnen maanden aan het verkeerde probleem werken zonder dat iemand het doorheeft."
"Precies! Ze optimaliseren lokaal, op hun eigen vierkante centimeter tot het maximaal haalbare maar missen de globale context. Het zijn eigenlijk individuele kluizenaars in een collectief systeem. Brilliant, maar broos." Kwetsbare types dus. En hele dure probleemgevallen als je niet oppast.
Stam 4: De Verbinders
"En dan," Stephan's stem krijgt iets sentimenteels, misschien door de sfeer van het proeflokaal, "hebben we de connectors. Mijn hartje gaat naar ze uit."
"Die zitten nu thuis en sterven langzaam van sociale uitputting," zeg ik. "Ze hebben geen idee wat ze mis doen, want Zoom-calls voelen voor hen als proberen te ademen onder water." Waar de solist zijn sociale batterij op kan laden aan de laadkabel van de eigen koffietafel, raakt die van de verbinder juist leger en leger zonder sociale stekker van de kantoortuin. Gestrand op de vluchtstrook van de digitale snelweg. Het roept bij mij een beeld op van een nevelige vangrails in de nacht met daarop een verloren figuur in de regen. Amazing Stroopwafels; Oude Maasweg kwart voor drie.
"Het koffiezetapparaat was hun natuurlijke habitat," knikt Stephan melancholiek. "Nu zitten ze in digitale diaspora, zoekend naar de buzz die was maar niet meer is."
De grote onthulling in een klein lokaal
"Weet je wat het bizarre is?" vraag ik, terwijl ik met een half oog naar de kaart kijk om de snacksituatie te analyseren, "we dachten dat remote werk over technologie ging. Maar het gaat over menselijke natuur."
"Ja!" Stephan slaat zachter op tafel dan hij zou hebben gedaan met echte alcohol. "Decennialang hebben we gedaan alsof mensen programmeerbaar waren. Input hier, output daar. Maar mensen zijn geen algoritmes. Ze zijn biologische systemen met miljoenen jaren evolutie." Hij schrikt een beetje van zijn eigen heldere inzicht.
"En nu zitten we met vier verschillende soorten die elk een ander besturingssysteem hebben. En managers die denken dat one-size-fits-all nog steeds werkt."
Mijn heldere conclusie
"Dus," zeg ik, terwijl de laatste druppels alcoholvrije radler achterover gaan (de bitter smaak blijft een aanslag op mijn smaakpapillen), "de toekomst van werk gaat niet over betere tools of meer Slack-kanalen. Het gaat over radicale personalisatie. Het gaat over het begrijpen dat er geen gemiddelde stagiair bestaat."
"Precies," knikt Stephan. "Het kantoor was een schijnoplossing. Het maakte iedereen kunstmatig hetzelfde. Maar diversiteit was altijd al onze kracht als mens. Nu kunnen we er eindelijk gebruik van maken."
Hierna trommelt hij met zijn wijsvingers op het tafeltje, balanceert achterover op de stoelpoten en zegt. ‘Maar goed, even prioriteiten: Die snackkaart..’
En zo eindigt onze discussie: Twee onverwacht heldere denkers in een plek die ontworpen is voor het tegendeel, die denken de menselijke natuur te hebben ontcijferd aan de hand van stagiairs en citrussoda's die naar het soort sportdrank smaken dat alleen bovenop de Paterberg goed smaakt na een heroïsche klim.
Het voelt absurd, maar tegelijkertijd glashelder.
Misschien is dat wel de perfecte metafoor voor remote werk: iets dat er vreemd uitziet, maar wonderwel werkt.
Het kantoor was nooit echt over efficiency. Het was over controle, conformiteit, en het verbergen van onze fundamentele verschillen.
Nu die controle weg is, ontdekken we dat mensen veel interessanter zijn dan we dachten.
En veel moeilijker te managen ook.
Misschien is dat wel de les: soms zie je de waarheid het scherpst wanneer je niet versuft bent door wat je verwacht te drinken op de plek waar je zit.
De vier stammen zijn echt. En ze vragen om een nieuwe manier van denken over werk, management, en wat het betekent om mens te zijn in een digitale wereld.
Vanavond ga ik dit alles opschrijven, neem ik mij voor.
Dan hoor ik je bijna denken, misschien wel hardop: “Oké, leuk die typologie, maar wat doe ik er maandagochtend mee als Asmara om 9:00 inbelt voor haar wekelijkse gesprek?”
Het antwoord is simpeler dan je denkt, en tegelijkertijd radicaler dan je wilt: stop met doen alsof alle stagiairs hetzelfde zijn.
Als je een Carrièreklimmer hebt?
Ga dan niet harder pushen. Geef ze juist rustmomenten, leer ze grenzen stellen. Stuur dat mailtje om 22:00 niet . Ze voelen zich anders verplicht te reageren. Hun grootste leermoment? Ontdekken dat pauze nemen geen teken van zwakte is.
Heb je een Drijver?
Stop met grote projecten en lange deadlines. Geef ze kleine, haalbare stappen. "Schrijf vandaag één paragraaf" werkt beter dan "lever maandag het rapport in." Hun succes zit in het vinden van hun eigen ritme, niet in het volgen van jouw ongetwijfeld goedbedoelde schema.
Een Solist?
Die heeft juist meer check-ins nodig dan je denkt, maar dan wel met doel. Leg uit waarom dingen belangrijk zijn, betrek ze bij de grote picture. En forceer af en toe wat sociale momenten. Ze zullen protesteren, maar het is jouw taak om ze uit hun isolement te trekken; daar groeien ze van.
De Connector?
Geef ze een rol in team-activiteiten. Laat ze meetings modereren, nieuwe stagiairs verwelkomen, de vrimibo regelen, de sociale lijm zijn van het team. Hun stage wordt een succes door mensen, niet door taken.
Het punt is: Je hoeft geen psycholoog te worden. Je moet alleen stoppen met de illusie dat één aanpak voor iedereen werkt. Studenten zijn net mensen: Ingewikkeld, wispelturig, allemaal verschillend.
Kijk naar je stagiair, herken het type, en pas je stijl aan.
Want uiteindelijk gaat het niet om wat jij als begeleider makkelijk vindt. Het gaat om wat zij nodig hebben om te groeien.
Over remote en hybride stages schreef ik een boekje: Met afstandje beste stagebedrijf. Is er nu ook in het Engels!
*en nu denk je misschien: Maarten dit heb je met Chat bij elkaar gefrommeld. Nee. Ik schrijf dit zelf.