Gedragscode
Over voorspelbaar gedrag, professionele gewenning en waarom jij als begeleider geen bordercollie hoeft te zijn.
“Een goede stagiair weet wat-ie moet doen voordat jij erom hoeft te vragen.”
Iemand die stagiairs verwart met barista’s op automatische piloot
We vragen veel van stagiairs. Ze moeten professioneel zijn, leergierig, zelfstandig, proactief, sociaal vaardig én liefst ook nog een beetje leuk tijdens de lunch. Maar wat bedoelen we eigenlijk als we zeggen: “De stagiair moet zich professioneel gedragen”? En belangrijker nog: hoe zorgen we ervoor dat dat gedrag ook daadwerkelijk ontstaat; voorspelbaar, betrouwbaar, en passend bij de organisatie?
Welkom in de wereld van gedragsbeïnvloeding tijdens stages. Geen zweverige kletskoek over ‘persoonlijke ontwikkeling’ uit een boekje van Paulo Coelho, maar keiharde praktijk: hoe krijg je gedrag dat werkt; voor de student én voor het bedrijf?
Gedrag als leerdoel: voorspelbaarheid boven spontaniteit?
Elke stagiair begint als een ongeleid projectiel, het enige verschil tussen stagiairs is de mate van ongeleidheid. Een onbekende student, zonder ervaring betreedt een bestaande werkcultuur, waar impliciete regels en gewoonten het gedrag bepalen.
Wat is in zo’n situatie de wens van de organisatie? Voorspelbaarheid. Niet omdat bedrijven gek zijn op conformisme (oké, sommigen wel), maar omdat voorspelbaar gedrag het risico verkleint dat de nieuwkomer onbedoeld de boel opblaast, omdat het samenwerking vergemakkelijkt en omdat het de productiviteit verhoogt (Bakker, 2021).
We willen dus stagiairs die bijvoorbeeld zo snel mogelijk weten:
⏱️Hoe laat ze moeten beginnen (en niet ‘ongeveer rond die tijd’),
📢Hoe je communiceert met klanten (en wanneer je beter even niets zegt),
🤦🏾♀️Wat je doet als iets misgaat (spoiler: geen paniek, ook niet verdwijnen of bij alles dat nieuw is roepen ‘dat hoeft niet van school’ ).
Onmogelijk? Nee hoor; dat gedrag is niet aangeboren. Onmogelijk? Nee hoor. Dat gedrag is niet aangeboren. Het is aangeleerd. En dat aanleren kun jij sturen. Want de stage is een gedragslaboratorium: een plek waar je de student onder begeleiding helpt nieuwe werelden te ontdekken (en ondertussen zichzelf beter te leren kennen).
Veel gedrag is in het begin wellicht onhandig, ongewenst of ronduit onprofessioneel maar dat is geen eindpunt om je handen in de lucht te gooien en te roepen ‘DIE JEUGD VAN TEGENWOORDIG!’; het is een beginpunt. Mits je weet hoe je dat gedrag kunt ombuigen.
De obsessie met gewenst gedrag: even terug naar de wortels
De neiging om gedrag voorspelbaar te willen maken is niet nieuw. Het vindt zijn wortels in het “Behaviorisme”, begin 20e eeuw. Denk Pavlov, Watson, Skinner; mannen die dachten dat als je genoeg belletjes rinkelt en beloningen strooit, je van elke hond een topaccountant maakt.
B.F. Skinner (1904–1990) was de drijvende kracht achter operante conditionering: het idee dat gedrag dat beloond wordt, vaker voorkomt (Skinner, 1938). Dit principe werd de basis van veel onderwijssystemen én bedrijfstrainingen. Ook bij stages is dit zichtbaar.
Het basisidee?
Compliment → gedrag herhaalt zich. Aansporing → gedrag wordt bijgestuurd.
In essentie stelt de theorie dat gedrag maakbaar én stuurbaar is, als je maar snapt hoe de prikkels werken. Zo ontstaat de illusie dat we studenten als het ware kunnen “instellen”. Niet als robots, wel als mensen met een updatebare firmware vanaf de fabrieksinstellingen. Maar waar Skinner werkte met duiven in dozen en honden in kooitjes, werken wij met stagiairs in vergaderruimtes en die hebben iets meer context nodig dan alleen een korreltje mais.
De praktijk: Gedrag is veel complexer, maar niet onvoorspelbaar
Stagiairs zijn geen tabula rasa, geen onbeschreven blad, geen blanco canvas. Ze komen binnen met eerdere werkervaring (soms), schoolgewoonten, verwachtingen, opvoeding, angsten en ideeën over “hoe het hoort”.
Hun gedrag is een cocktail van:
🐩Aangeleerd gedrag (van school, werk, thuis),
☕️Impliciete normen (zoals: “je mag pas koffie halen als iedereen heeft gehad”),
🙀Situationele triggers (denk: paniek bij onverwachte onplezierige feedback).
Daarom moeten we als begeleiders twee dingen tegelijk doen:
Sturen op gewenst gedrag, zodat het veilig, professioneel en bruikbaar is.
Ruimte laten voor ontwikkeling, zodat het niet voelt als een militaire parade.
Wie dit goed wil doen, moet het verschil begrijpen tussen extern gemotiveerd gedrag (“ik doe dit omdat jij me dwingt”) en geïnternaliseerd gedrag (“ik doe dit omdat ik snap waarom het werkt”).
De eerste vorm van motivatie verdwijnt zodra de stage voorbij is (hoeft niet meer, mooi, ik ga weer doen wat ik wil)
De tweede blijft plakken en maakt de stagiair tot collega.
Waarom het juist nú urgent is
In een tijd waarin organisaties snakken naar jong talent, maar de instroom opdroogt met een krimpend mbo en hbo aanbod, is elk stagecontract, elke student die zich bij jou komt melden goud waard. Maar wat blijkt? Veel stagiairs haken af, voelen zich verloren of worden niet serieus genomen (Generatie Z(ekerheid), 2024). De reden? Niet alleen het gebrek aan inhoud, maar het ontbreken van duidelijke gedragsverwachtingen én slimme begeleiding.
We trainen onze stagiairs soms alsof ze een extra administratieve kracht zijn die vooral moet doen wat wij zeggen (En liefst zo precies mogelijk) en klagen vervolgens dat ze geen initiatief nemen. Of we geven ze vrijheid, maar geen houvast; we gooien ze op zee overboord en roepen “kijk maar even!” Of we micromanagen, maar vergeten uit te leggen waarom iets belangrijk is. De uitkomst: Frustratie bij begeleiders die blijven aanjagen, verwarring bij studenten die alleen bewegen als je ze expliciet aanzet en wederzijds onbegrip.
Het alternatief? Een aanpak die gedrag bewust vormgeeft. Met een beetje psychologische finesse kom je een heel eind.
Daar gaan we in de volgende blogs op in.
Dus resumé:
Stagiaires zijn geen natuurkracht waar je niets aan kunt doen, ze zijn zelfs voorspelbaarder te maken dan het weer, mits goed begeleid.
Gedrag is niet vanzelfsprekend, ook niet bij “zelfstandige” studenten.
De klassieke modellen van Skinner zijn nog steeds relevant, maar niet voldoende.
De tijd is rijp voor een herijking van hoe we gedragsverwachtingen tijdens stages vormgeven.
Volgende blog:
📍Sturen met de Handrem erop: Over de klassieke stageaanpak en waarom het soms voelt alsof je stagiair alleen in beweging komt bij directe instructie.
📚 Bronnen:
Young Professional Onderzoek 2024. Amsterdam: Careerwise.
Bakker, A. (2021). Professioneel gedrag in de praktijk. Groningen: Noordhoff Uitgevers.
Skinner, B. F. (1938). The Behavior of Organisms: An Experimental Analysis. New York: Appleton-Century-Crofts.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (z.d.). Prognose aantal studenten mbo. OCW in Cijfers. https://www.ocwincijfers.nl/sectoren/middelbaar-beroepsonderwijs/studenten/prognose-aantal-studenten-mbo